maandag 25 januari 2010

Mijn droom

Het is niet dat de zo beschreven droom mij elke nacht vult met imagerieën, edoch is het wel de meest wederkerende droom en zal ik hem beschrijven, zo goed als ik kan en zo mogelijk is bij een droom, immers vreemde en wazige ervaringen.

...ik loop door hoog gras, wat geel gekleurd is maar het is niet graan of koren of iets dergelijks landbouwkundig. Ik lijk tijden kwijt te raken aan het zoeken van iets wat mij niet geheel helder oogt. Ik zwerf rond -het is muisstil. Zelfs de kraaien in de bomen die, daar de wind de takken wiegt, dikwijls te zien zijn maken niet hun doorgaans ruggengraatrillende geroep hoorbaar. Ik ervaar de sensatie, de beangstigende sensatie, alleen op de wereld te zijn, eeuwig gedoemd voor een gedaan kwaad te dolen in deze serene nietsheid. Ik weet niet of ik me gelukkig moet voelen of wanhopig, zo afgesneden van de wereld en iedereen.
Dan zie ik een huisje, een voornamelijk uit hout bestaand huisje met een aanzienlijke veranda en een groengekleurde deur. In de verte neem ik waar dat een drietal mensen, ik vermoed van het vrouwelijke geslacht, op de veranda uitturen naar het hoge, gele gras, evenzeer, zo schijnt, op zoek naar iets als ik ben. Wellicht zoeken ze mij? Deze notie is comfortabeler dan welke andere ook dus passeer ik het gras richting het huisje, dat niet direct een breuk met de omringende wildernis is maar meer deel ervan, erin opgenomen als het ware. Het staat tussen het hoge gras -van een tuin kan men dus niet oprecht spreken.
Zodra de drie, inderdaad vrouwelijke, wezens mij detecteren spoeden de twee jongsten, een olijke en jolijtvolle tweeling, identiek, op mij af en al "papa, papa" roepend sluiten ze mijn middel in hun gretige, bleke armen. Hun haar is blond doch verraad een rode aanwezigheid, te verklaren door de overwegend roodharige vrouw van ongeveer mijn leeftijd, die tevens op mij af komt, het zij meer bedaard. "Hee schat, blij dat je er weer bent!" spreekt de schoonheid, want aantrekkelijk mag zij wel genoemd worden. Een accent is niet waarneembaar. Het is mijn gezin; hier zal ik altijd mijn weg naartoe terug vinden wat er ook op mijn pad moge komen of reeds gekomen is. Het huisje tussen het gele gras, mijn tweelingmeiden, mijn vrouw, mijn thuis...

Zo eindigt de droom (enigszins een anti-climax) en waak ik op een ridicuul vroeg uur, als zelfs de zon nog niets van zich laat zien. Ik ben benieuwd wat de lezer ervan vind. Ik heb er, uiteraard, zo mijn eigen ideeën over. De voor de hand liggende uitleg -mijn ideaalbeeld van de toekomst- lijkt me te simpel. We hebben het immers over een droom, alwaar het onderbewustzijn heerst. Ik vermoed zelf dat het meer is als volgt: het is een beeld van iets wat ik nooit zal hebben. Het is het beeld van een gewoon iemand, iemand met talent, mogelijkheden, perspectief en zelfvertrouwen, iemand die vrouwen niet uitspuwen, iemand kortom die op de goede weg is, naar een mooie bestemming welke hij zelf evenzeer vormt als ambieert. Dat is niet voor mij weggelegd, dunkt mij. Maar de droom zelf, is wel fascinerend, althans zo denk ik, en geeft me altijd weer een beetje een goed gevoel wanneer het speelt op de binnenkant van mijn ogen, en het is een mooie droom!

donderdag 21 januari 2010

Blog

Avé

En zo begint dan een nieuw tijdperk -een moderner eentje. Zeker, vele profielen bestaan al op het net van deze jongeheer edoch nog niet een exclusief blog, wat bij deze dus niet meer te zeggen val. Of het mijn voornaamste spreekbuis zal zijn weet ik nog niet, maar handig is het wel één collectiepunt te hebben voor mijn polemieken, gedichten en korte verhalen; mijn ideeën en meningen; mijn favoreren en afkraken. Het internet heeft mij opgeslokt -mijn blogleven begint nu officieel; dat het maar veel goeds en leesbaar leesplezier mag ontlokken.

TI(M)