Het einde nadert van mijn bestaan als student en het is tijd voor een melancholisch, en nostalgisch traantje. Ik heb evenzeer de goede herinneringen als de nare, maar ook het idee dat ik meer, niet uit de studie, maar uit het student-zijn had kunnen halen. Bij een vereniging, vaker naar feesten en pogen mijn sociale netwerk verder te cultiveren. Meer boeken lezen, meer kansloos uitvragen, meer uitlenen, meer uitleven. Ik had meer moeten insturen naar literaire bladen, hoe amateuristisch het werk en de bladen ook mogen zijn. Ik had vaker naar studentenhangplekken moeten gaan, op het terras in de zon, in het park met collego's en collega's. Teveel naar een boek gekeken zonder het te verwerken, teveel zitten dromen, teveel gedacht zonder handelen, teveel gesproken zonder te zeggen.
Desalniettemin is student zijn heerlijk. Biertje in de hand, pen in de andere, pilletje tegen de hoofdpijn, boek voor je neus, bril op je neus, blik op het geconcentreerde oneindige, en een wijzer-dan-gerechtvaardigd-was lachje op de lippen. De wereld voor je voeten, de toekomst in je handen, de geschiedenis in je boeken, de oorbellen van haar op je nachtkastje. Een zekere status gaat ermee gepaard, je bent feitelijk niets edoch je symboliseert de aan de unief ontleende sfeer van jolige kennis, en het vooruitzicht bij de hogere echelons te behoren, zoverre dat nog niet het geval was.
Ik heb gelachen, ik heb gehuild, ik ben verbitterd en opgeklaard geraakt, ik ben grappig en somber geweest, ik heb gelezen, ik heb geschreven, ik heb getekend, ik heb gedicht, ik ben gepubliceerd, ik ben afgewezen, ik ben op andere, pijnijker wijze afgewezen, ik heb gekregen wat ik wilde, maar niet alles, lang niet alles, ik heb taboes doorbroken en bij heilige huisjes ingebroken, maar ben deel van de establishment geworden, deel van het conformerende zelfbeeld, maar met een duister omlijnd randje. Ik ben diploma's toegekend, ik heb simpele vakken gefaald te halen, ik heb mijn vocabulaire verbreed doch niet de uiting ervan buiten papier, ik heb gezoend, ik heb mijn lippen stijf gehouden, ik heb slap verdrag vertoond, ik heb mijn mening gegeven en verzwegen, ik heb gekeken en de ogen stijf gehouden. Ik heb gevleid en beledigd, ik heb bespot en bewonderd. Ik ben dichtbij gekomen, dichtbij het accepteren van een essentieel en onbreekbaar deel van mij, het ambivalente van mijn geest. Schepper van ideeën, creator van verhalen, verwenser van het wenselijke , schipper aan de wal.
Ik zal mijn tijd op de unief nooit, nooit vergeten; het schiep mij zoals ik het op kleinere schaal vormgaf. Mijn missie is in één aspect 100% geslaagd: De unief zal mij voorlopig ook niet vergeten. Uw trouwste bezoeker, uw loyale nerd, uw ludieke liefhebber, uw expert over communisme, Rusland, Sovjet Unie, Oostblok, Stalin, Lenin en de WOII. Omhels mijn woorden nog eenmaal -ik zal huilen als ik je verlaat: mijn unief, mijn student-zijn, mijn leven tot nog toe, vaarwel mijn wereld.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten