Dinsdag 13 juli 2009, Krankzinnige dag
Gisteren was de huldiging van Oranje. Allereerst, zittende zo vlakbij de grachten op mijn geliefde universiteit, overwoog ik niet te gaan kijken maar simpelweg op internet de gebeurtenissen half in de gaten te houden. En toen bedacht ik me; wekenlang is iedereen in de ban van het WK geweest en ondanks het matige spel stonden de meeste mensen toch pal achter “onze jongens”. Tim, jij nepneerlander, verweet ik mijzelf, zo vlakbij en je gaat niet kijken? Kom nou. Ik kocht dus in allerijl een oranjeshirt en een sixpack halve liter bier en zocht een heerlijk plekje op de Herengracht dicht bij één van die bruggetjes. Ik stond in de tweede rij maar torende godzijdank boven de Duitse (!) toeristen voor mij uit die meenden recht te hebben op een ereplaats daar hun kroost tot onze knieën reikte. Hij keek me zo aan van entschuldigung en ik had zoiets van what the Focke-Wulf. Enfin, het duurde een tijdje alvorens de geprezen heren verschenen, nadat fel geklede jongelingen telkens poogden een grachtlange wave te beginnen, hetgeen, overbodig te zeggen, geen schijn van kans had –halverwege verloren mensen de interesse. Plots hoorden we luid geschreeuw en gejuich. Iedereen enthousiast, bleek het de eerste duiker te zijn die de kille gracht in waagde. Dit gebeurde nog enkele malen, zodat, toen de jongens eindelijk kwamen, niemand de geanimeerdheid over nam tot de eerste politieboot verscheen,
Nimmer waren de knoopjes zo populair in Mokum. Door het publiek op te zwepen ontvingen ze hun minuutje van aanzien. Mensen juichten en brulden, de ervoor uitgedeelde ‘Bertje!’ vlaggetjes van Heineken wapperden dapper tegen de wind in. De brandweerboot kreeg een nog grootser onthaal en toen was het zover. De grote toerboot van het Nederlands Elftal, Oranje voor vrienden.
In de verte zag ik het blonde haar van Dirk Kuyt. Toepasselijk –het ploegbeest (woordgrap) van Holland. Volgens mij waardeert iedereen Kuyt vanwege zijn noeste arbeid, zoals velen Matthijssen, die ik helaas niet zag, respecteren om zijn normaalheid. Nadat het rijtje politieboten gepasseerd was naderde de boot waar het om ging, de boot die enorm kabaal losmaakte aan weerszijden van de gracht. Was de boot een bepaald punt van het publiek voorbij, zwegen de voorbijgegane mensen. Zo was er dus toch nog een geluidsgolf (woordgrap) van het ene bruggetje naar het andere. De driekleur en de speciale kleur gebroederlijk uitgehangen, oranje rozen, studenten en een groene bal (potentiële woordgrap) het water in.
Na Kuyt zag ik Ooijer en Robben met armen over elkanders’ schouder. Een lichtvoetige, jonge aanvaller en een oude, standvastige verdediger: een mooi contrast, een mooie unie. Van Persie keek over de rand van zijn onnodige zonnebril naar de uitbundige menigte die hem zijn matige optreden op het WK vergaf. Stekelenburg zat op de hut van de kapitein naast o.a. Elia, de belofte voor de toekomst. Ik twijfel niet aan zijn basispositie komend toernooi. De laatste die ik goed zag was van der Vaart. Sommigen vinden hem niks, maar ik heb altijd een zekere waardering voor de beste man, al was het maar vanwege zijn hese stem, die menig date zal hebben afgekapt en vele tegenstanders beangstigd. Alsof zijn stem wordt ingesproken door Ray Liotta.
Toen verdwenen ze door één van de veel te smal lijkende poortjes en dat was dat. Het was snel gegaan maar je moet niet egoïstisch zijn op een dag als deze. Meer mensen wilden ze graag zien, en velen hadden een beduidend minder goede kans een glimp op te vangen. Wederom verkeerde ik in een tweestrijd. Zou ik naar de unief wederkeren of het feest op Museumplein meemaken? Ik besloot het laatste, en al lopende begaf ik me naar het zuiden. Door een alternatieve route verloor ik een beetje de mentale kaart van Amsterdam, en het duurde even voor ik weer op de juiste koers was. Mooi moment: toen ik in een vrij nette straat kwam waar geen ander oranjeshirt te zien was en wijn en thee nippende bourgeoisie mij afkeurend zat aan te kijken toen ik een halve liter uit de AH-tas haalde. Het kon me weinig schelen; honderdduizenden liepen erbij zoals ik erbij liep. Pluspunt van de dwaling was het uitkomen op de Leidsekade waar een bocht ambitieuze kapiteins en swingende dansers tot wanhoop dreef –een ware file was ontstaan maar langs de kade deerde dat niemand. Lachen om bizarre uitdossingen en zwijmelen bij de als verpleegsters verklede Coca Cola meisjes. Toen de optocht verdween achter de bocht liep ik over het Leidseplein via de Hobbemakade naar het Museumplein. Ik was niet de enige. Hoewel minder druk als op Koninginnedag, mocht de verzameling geruste en stoet of massa genoemd worden.
Gio had zijn praatje al gehouden –dat had ik op mijn dwaling op een scherm buiten een café gezien. De mannen waren vrolijk aan het springen, begeleid door de deuntjes van een populaire, naar het schijnt, platendraaier. Ik stond aan de zijkant en nam nog een pilsje. Spijtig verdween de selectie al snel, en, ongetwijfeld ook door de dreigender wordende wolken, liep het plein vlot leeg. Ik besloot ook maar terug te keren, liep naar CS om een lege tram in te kunnen, zag op de borden dat deze niet reden, dus pakte ik maar de opvallend onbezette metro’s. Eenmaal thuis zag ik de beelden op de tv en toen pas begreep ik de massaliteit ervan. Heerlijk!
Het WK is voorbij en dat bleek ook wel aan de gesprekken. Niemand had het over waarom openingsduels zo saai zijn, waarom oranje zo Duits speelde en Duitsland zo Nederlands, hoe Lampard bestolen werd, hoe slecht het gras was, of over het succesverhaal Uruguay, het drama van Ghana, het ontbreken van een echte centrumspits bij Nederland, het gedrag van de coach van Argentinië, de angst die de Mannschaft inboezemende, het tik-tak-spel van Spanje, de hinderlijkheid van C. Ronaldo, de taaiheid van de Japanners etc. Zelfs de finale werd amper genoemd, behalve in combinatie met woorden als “jammer van de finale maar ach”.
Nederland, klein maar o zo trots, zo vol geschiedenis en talent, tweede van de hele wereld, vice-wereldkampioen, geëindigd boven Portugal, Frankrijk, Italië, Engeland, Argentinië, Brazilië en Duitsland. Volgende maand is de finale geheel vergeten, worden Webb en de octopus niet langer doodgewenst, en kunnen we allemaal apetrots zijn op… ach, waarom ook niet, onze jongens!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten